Een jaar geleden

Pauline@rouwig.nl

De verwarming hing tot gisteren nog vol met kaarten die we rondom het overlijden van Stefan gekregen hebben. Vandaag heb ik ze weggehaald en vervangen door de kaarten die we -naast alle lieve digitale berichtjes- afgelopen dagen gekregen hebben. Wat doet het ons goed dat Stefan niet vergeten is, dat er zoveel mensen aan hem denken, een kaarsje voor hem branden en ons een hart onder de riem steken door ook aan ons te denken.

 

De dag van gisteren dreunt nog na in mijn gedachten en het was goed om ons onder te dompelen in herinnering, pijn en verdriet. Dat is nog altijd zo aanwezig. Het was een beetje gek, want de helft van de patchworkfamily zat in quarantaine vanwege een coronabesmetting (opgelopen tijdens wintersport) en dus hadden we een video verbinding opgezet om toch nog een soort van bij elkaar te zijn. Tussen vijf en half zes zijn we teruggegaan naar een jaar geleden. Ik heb vrij snel na 5 januari gedetailleerd opgeschreven hoe de laatste weken van Stefan voor mij zijn geweest en wat er allemaal gebeurd is (ik wil niets vergeten) en de dag van 5 januari heb ik voorgelezen aan de rest. Poeh, best heftig.


Daarna hebben we een glas bubbels gedronken op het leven van Stefan- zoals we een jaar geleden ook gedaan hebben- en hebben we samen gegeten. Michel had voor iedereen gekookt, dus we hadden ’s middag al eten gebracht naar ‘de andere kant’ en hebben synchroon ieder aan een andere tafel in een ander huis hetzelfde gegeten. Het was heel lekker :-). En goed, en fijn, en verdrietig, en zwaar, en gezellig. Het lijkt het leven wel…



31 december 2021
Zoveel herinneringen. Ik ben in gedachten regelmatig een jaar terug. Toen tien dagen geleden kregen we het doodvonnis van Stefan te horen. Toen met Kerst hebben we het nog met zijn allen gevierd. Toen twee dagen geleden was de fotoshoot met zijn vrienden. Toen gisteren vertelde hij ons dat hij eruit wilde stappen, zo snel mogelijk na Oud & Nieuw. Toen afgelopen nacht heb ik mijn afscheidsbrief aan hem geschreven. Toen deze dag werd er een knalfeest voorbereid voor vanavond. Toen voelde ik me zo verloren, loodzwaar verdrietig en ontzettend machteloos. Eigenlijk is dat nog steeds zo. Alleen niet meer de hele tijd. Afgelopen weken ben ik me steeds meer bezig gaan houden met werk. Een overname project zorgde voor de nodige afleiding. Ook voor stress, maar dan anders. Lang niet zo erg als een jaar geleden. Ik ben blij dat ik weer meer energie heb om dingen aan te pakken, dat het makkelijker wordt om om het verdriet heen te leven (zie ook mijn blog van 28 november), maar deze dagen is het moeilijk om er uit de buurt te blijven. De herinneringen komen op me af en zijn nauwelijks te ontwijken. Ze slaan gaten in mijn pogingen om los te laten. Ze prikken in de open wond. Ze ondermijnen de dingen waar ik mee bezig ben. Ik kan niet anders dan me onderdompelen in het gevoel van oneindige verlorenheid in het vertrouwen dat het straks weer anders is. Dat ik er weer uit kom, dat de zon weer gaat schijnen, dat ik weer ruimte heb voor andere dingen.
5 december 2021
Als vanzelf komen allerlei herinneringen aan vorig jaar boven. Toen wisten we rond deze tijd nog niet dat het fout zou gaan. Het was al weer een paar jaren geleden, maar vorig jaar hebben we Sinterklaas gevierd met de kinderen en toenmalige aanhang. Voor ons horen daar kleine cadeautjes en vooral gedichten bij. Stefan had mij min of meer uitgedaagd om ‘toch niet weer zo’n gedicht van twee kantjes!?!’ te maken. De kids krijgen elk jaar een chocoladeletter, of we nu verder nog iets aan Sinterklaas doen of niet, dus dat was en mooie gelegenheid om een gedicht aan vast te plakken. Ik had er voor ieder een gemaakt en voor Stefan eentje van twee kantjes :-). In gedachten houdend dat hij op de basisschool gediagnostiseerd is met dyslexie, hoewel hij daar gedeeltelijk wel vanaf gekomen is, was het ook voor hem een leuke uitdaging om het voor te lezen. De blik die ik kreeg toen hij het gedicht uitvouwde was er een van ‘oh ja, ik wist het wel, je hebt het echt gedaan, oh nee hè, nu moet ik dat ook nog helemaal voor gaan lezen, nou daar gaan we dan’. En hij deed het prima. Niet wetende dat we een week of twee later zijn doodvonnis te horen zouden krijgen. Wat ben ik blij dat we nog een keer Sinterklaas gevierd hebben. In de heerlijke onwetendheid van wat er nog komen zou hebben we gelachen, gedichten voorgelezen, lekkere dingen gegeten en daarna spelletjes gedaan. Het zal voor altijd anders zijn. Ik kom er niet omheen, niet doorheen. Dit jaar wel een chocoladeletter, maar geen Sinterklaas vieren, geen gedichten, geen gezelligheid. Ik stop me vol met marsepein en kan er eigenlijk niet van genieten maar ook niet vanaf blijven. Wat maakt het allemaal nog uit? Buiten is het grauw en grijs, van binnen is het koud en stormachtig. Het liefst blijf ik in bed totdat…, ja tot wat eigenlijk? De laatste weken leek ik minder moeite te hebben om het verdriet een hoofdrol te laten spelen, kon ik er makkelijker omheen, had ik energie voor andere dingen. Nu is het weer even minder. Accepteren, loslaten, doorgaan, ja ik weet het. Nu nog doen… Lieve Stefan De Sint heeft gehoord dat jij niet schrikt Maar eigenlijk zelfs kikt Op een Piet die heel lang tikt En dan komt met een zeer geschikt En vooral ook heel gelikt Gedicht waar jij je in verslikt. Jij bent niet bang Voor een pagina lang Rijmend gezang Aaneengeregen als een slang Zonder veel samenhang Maar wel van groot belang! Je steekt de draak Met de serieuze taak Die zeker naar mijn smaak Behoort tot de hoofdzaak Van de afspraak Die veel te vaak Gezien wordt als bijzaak. Namelijk: het gedicht. Dat is verplicht, Zelfs de essentie wellicht En zeker het gezicht Van een wankel evenwicht Tussen cadeau en bericht En ik ben gezwicht Voor dat inzicht. Altijd voordat de Sint Aan deze avond begint Gaat hij gezwind Naar zijn Piet die het verzint, De rijmwoorden vindt Zonder te zijn verblind Of moeilijkheden ondervindt En het vervolgens print. Dan zoekt hij voor de show Ook nog een cadeau Met een scenario En gevoel voor ego, Gewoon go with the flow, Er is altijd animo, En geen no-go, De keuze legio Uit het voorraad depot. Een letter, namelijk, staat Altijd paraat En is adequaat Voor elke veelvraat Ongeacht het formaat Of fabricaat. Alleen de smaak moet accuraat Omdat het daar om gaat, Anders is er een hiaat Tussen verwachting en resultaat, Hetgeen mijn imago schaadt. Ik heb je voor dit moment Genoeg verwend Met wat sentiment En mijn dicht-talent Bij jou welbekend, Je hebt me vast herkend, Ik ben prominent, Hoewel dit experiment Wel vraagt om het equivalent Van een groot compliment. Ik hoop dat je content En tevreden bent. De Rijm-Piet
28 november 2021
‘In tegenstelling tot wat veel mensen denken (of hopen), wordt het verdriet in de loop der tijd niet minder. Wat er wel gebeurt is dat je er langzaam omheen groeit.’ Dat is wat er nu langzaam aan het gebeuren is. Het verdriet wordt niet minder, de wond wordt niet minder rouw, maar er komt meer ruimte omheen. Daardoor wordt het makkelijker om er langs te gaan, om niet continue de confrontatie aan te hoeven gaan, om nog iets anders te kunnen zien. Op het moment echter dat je -al dan niet bewust- naar dat verdriet toe gaat, is het er in alle hevigheid. Het stelt me gerust dat het er is, dat het blijft, maar dat ik ook kan leren om er even niet mee bezig te zijn, dat ik de ruimte kan nemen om andere dingen te doen. Ik hoef niet te ontkennen dat ik Stefan mis en dat het pijn doet en kan nog steeds bij dat gevoel komen, maar kan en mag ook het ook even parkeren. Er naar toe gaan als het mij (beter) uitkomt. Zover ben ik nog niet, het overvalt mij nog vaak, maar ondertussen ben ik ervan overtuigd dat dat wel komen gaat. En dat is een fijn gevoel.
17 november 2021
In de maanden na het overlijden van Stefan had ik vaak nachtmerrieachtige dromen. Veel dood en verderf, bloed, achtervolgingen, narigheid. Soms wist ik alleen nog maar dat het heel zwart en naar was, soms stonden de bloedspetters op mijn netvlies gebrand. En heel vaak -niet verwonderlijk natuurlijk- speelde Stefan daarin een rol. In de loop der tijd is dat gelukkig minder geworden, maar ik droom meer dan vroeger. Of eigenlijk moet ik waarschijnlijk zeggen dat ik vaker het besef heb van dromen, want je schijnt altijd te dromen maar je lang niet altijd te kunnen herinneren waarover. Van de week wist ik echter precies waar het over ging. Ik zat met Stefan te praten. Hij hing onderuit op een bank en zag eruit als op zijn laatste verjaardag: kort haar, mager, bleek, maar vol verhalen en levenslust. Hij woonde op zichzelf en vertelde over het huis waarin hij op kamers woonde en over zijn vrienden. Ik kon hem zien, horen, aanraken! Hij was zo echt, zo dichtbij… De realiteit kwam dan ook hard binnen toen ik wakker werd. Ik wilde hem net vastpakken toen ik besefte dat hij er niet meer is. Dat ik hem nooit meer kan aanraken, nooit meer kan horen vertellen. Bam! Zo dichtbij en zo ver weg. Ik ben de hele dag van slag geweest. Niet omdat ik over hem gedroomd had, maar omdat ik heel even, in dat moment tussen slaap en ontwaken, echt dacht dat hij er was. Denken aan iemand terwijl je weet dat hij er niet meer is, is blijkbaar toch anders dan gedachten aan iemand die er nog wel is. Klinkt logisch, maar als dat besef doordringt, doet het weer pijn, moet je weer een beetje afscheid nemen, is er weer een laagje afgepeld van dat verdriet dat onvoorstelbaar groot is. Ik vraag me af of je daardoor steeds dieper tot de kern doordringt of dat het juist steeds verder van je af komt te staan. De tijd zal het leren, misschien wel via dromen.
1 november 2021
1 November is Dia de los Muertos, dag van de doden Of eigenlijk de dag dat de doden weer terugkeren, even weer onder de levenden zijn. De dag dat het leven gevierd wordt. 1 November is de dag van Stefans geboorte. Hij riep ons op om het leven te vieren, Te herdenken wat er wel is geweest en niet te treuren om wat er niet meer is. Soms lukt dat, en soms ook helemaal niet. Soms zie ik de zon, soms zak ik weg in het verdriet. De ene dag lijk ik het te snappen, de andere dag is vol onbegrip. De ene dag een goed gevoel, de andere dag een diepe dip. De ene keer gaat het de goede kant op, de andere keer compleet verkeerd. De ene keer kan ik voluit lachen, de andere keer worden er alleen tranen geproduceerd. Alles is zo dubbel en er is zoveel tegelijk Ik voel me zo verloren én zo ongelooflijk rijk. Ik wil niet hier, maar ook nergens anders zijn. Ik vind de herinneringen vreselijk én heel fijn. Ik wil de hele dag aan hem denken én alles vergeten. Ik wil niets snappen én alles weten. Ik voel Stefan heel dichtbij én ontzettend ver weg. Ik klets maar raak én denk na over alles wat ik zeg. Het leven is gesplitst in een voor en na Met op de scheiding een zwarte pagina. En toch loopt het verhaal door elkaar heen, Een zeer verwarrend fenomeen. Stefan is er nog steeds, we noemen zijn naam. Hij brengt ons vandaag allemaal tesaam. Hij zorgt voor de verbinding van deze bende Hij is degene die ons allemaal kende. Hij zou ook willen dat ik ophield met filosoferen Zodat we eindelijk de keel weer kunnen smeren. We toosten op Steef, op het leven dat hij liefhad We toosten op Steef, op het leven dat hij in zich had. We toosten op Steef, op het leven dat hij bezat. En We toosten op ons, op het leven dat is gebleven. We toosten op ons, op het leven dat ons is gegeven We toosten op ons, op het leven dat we mogen beleven.
23 oktober 2021
Iemand zei tegen mij “Ik denk nu vaker aan Stefan dan toen hij er nog was”. Ik herken dat wel. Elke dag zijn er meerdere momenten dan ik bewust aan Stefan denk. Er is altijd wel iets dat triggert; een locatie waar ik langs rijd, een liedje op de radio, een uitspraak van iemand of een willekeurige voorbijganger die in de verte aan Stefan doet denken. Zelfs zonder trigger schiet hij veelvuldig door mijn gedachten heen. En nog elke dag huil ik om Stefan. Eigenlijk om mezelf, want hij is er niet meer. Is dat dan zelfmedelijden? Ik denk ook meer aan mijn andere kinderen. Een tijdje geleden alweer heb ik -in navolging van mijn dochter- een tattoo laten zetten ter nagedachtenis aan Stefan. (Als je mij een jaar geleden had voorspeld dat ik een tattoo zou hebben had ik je voor gek verklaard.) In de afbeelding heb ik mijn andere kinderen meegenomen; drie sierlijke letters van de voornamen van mijn drie kinderen. De letters zijn aan elkaar verbonden en getatoeëerd op de zijkant van mijn pols. Duidelijk zichtbaar, maar niet zo in het oog springend dat het direct om uitleg vraagt. Omdat Stefan de middelste is staat hij in het midden. Elke avond en ochtend als ik iets op mijn gezicht smeer, gaan mijn vingers als vanzelf over de plek waar die tattoo zit en zie ik in de spiegel die drie letters. Ik denk aan Stefan en vraag me dan af hoe het is met die andere twee. Of ze het allemaal een beetje kunnen handelen, waar ze op dat moment zijn, hoe het met ze gaat. Ik stuur mijn liefde in gedachten naar ze toe en hoop met heel mijn hart dat ik ze nooit zal hoeven missen.
15 oktober 2021
Mijn rouwcoach kan dat goed uitleggen: in de rouw switch je voortdurend tussen twee werelden of zijnstoestanden heen en weer. Aan de donkere kant van verdriet, gemis en wanhoop waar je als vanzelf naartoe gezogen wordt, is het slecht toeven. Je kunt daar niet goed nadenken, bent alleen maar ongelukkig, je wilt daar niet zijn. En dus spring je naar de lichte kant. Daar waar de zon schijnt, perspectief is en je de wereld positief tegemoet kunt treden. Maar ook daar kun je niet zijn; het past niet, werkt niet, je voelt je niet op je plek, het is té licht. En dus ga je weer terug naar de donkere kant. Zo word je heen en weer getrokken door krachten waar je zeker in het begin weinig grip op hebt. Je bent in geen van de twee werelden op je plaats, weet niet waar je heen moet, weet eigenlijk ook niet waar je bent of waar je heen gaat. Langzamerhand begint het voor mij duidelijker te worden dat er inderdaad twee werelden zijn. En dat ik iets meer sturing kan geven aan de richting waar ik naar toe ga. Het wordt makkelijker om in het licht te gaan staan, hoewel ik even zo snel weer terugschiet naar de duisternis. Ik ben me dan in ieder geval bewust van wat er gebeurt en weet ondertussen ook dat ik niet in het donker blijf hangen, dat ik weer over die sombere gedachten heen kom, dat de enorme neerslachtigheid weer minder wordt. Tegelijkertijd zal er in het licht altijd -al is het op de achtergrond- een schaduw zijn. Het leven heeft een rouwrandje gekregen en dat is de ene keer beter voelbaar dan de andere keer. Het hoort er nu ‘gewoon’ bij. Dit past bij het duale procesmodel omgaan met verlies waarvan de theorie is dat je heen en weer geslingerd wordt tussen verlies- en herstelgericht omgaan met rouw. Als je meer wilt lezen zie (onder andere) http://www.daanwesterink.nl/rouwen/ 
4 oktober 2021
Ik ben bij het jubileumconcert van De Dijk geweest in de Ziggodome. Dat is wel wat groter dan de meeste andere concertzalen waar ik bij De Dijk geweest ben, maar dat was niet het enige verschil. Ze hadden 1,5 jaar niet opgetreden en refereerden daaraan met de woorden ‘er is veel gebeurd afgelopen anderhalf jaar’ en ‘het was een rare tijd’. Ja dat was het. Je luistert anders naar muziek. Teksten komen anders binnen. Ik ben al jaren fan van De Dijk en kon bijna alle liedjes meezingen, maar sommige hoorde ik toch een soort van voor het eerst, met een andere betekenis. Bij het volgende nummer moest ik enorm aan Stefan denken: Als het golft dan golft het goed Niet te stuiten, niet te sturen Duurt het dagen, duurt het uren Als het golft dan golft het goed. Op de mooiste zomeravond Bij de ondergaande zon In de hand het laatste glaasje Niemand weet hoe het begon Op de rimpelloze vlakte Van een vlekkeloos bestaan Kan het plotseling gaan waaien Ook al wil je er niet aan. Als het golft dan golft het goed Niet te stuiten, niet te sturen Duurt het dagen, duurt het uren Als het golft dan golft het goed. In de luwte van de leegte In de kelder van de kroeg Waar de vaten rustig wachten Iedereen heeft toch genoeg Op de dansvloer van het leven Met een tango voor de boeg Kan het zomaar heftig stormen Ook als niemand er om vroeg. Als het golft dan golft het goed Niet te stuiten, niet te sturen Duurt het dagen, duurt het uren Als het golft dan golft het goed. Als de akkers overstromen En de gaten gaan niet dicht Wil geen mens eraan geloven Morgen wordt het toch weer licht. Als het golft dan golft het goed Niet te stuiten, niet te sturen Duurt het dagen, duurt het uren Als het golft dan golft het goed.
27 september 2021
We stonden bij de check in En ik kon het niet laten. Waardoor weet ik niet, Had het eerst niet zo in de gaten. Maar onzin uitkramen En de boel op stang jagen, Dat deed ik vaak, In vroeger dagen. Hij wist niet waar hij kijken moest, Jij kreeg het steeds maar heter, Wat hebben we gelachen, Het kon niet beter.  En heel even voelde ik Mijn oude zelf tevoorschijn komen. En besefte ik meteen hoeveel Er van mij is afgenomen. Onbekommerd lol hebben Is nu een zeldzaamheid. Ik ben het plezier in leven Voor een groot deel kwijt. Dat ik toch met jou kan lachen (En huilen) doet mij goed. Dankjewel voor alles Wat je voor me doet. Liefs, Pauline
10 september 2021
Agelopen tijd hebben we een aantal verjaardagen gehad: de vader, zus en broertjes van Stefan en ikzelf zijn in een tijdsbestek van 2 maanden jarig. Allemaal verjaardagen waar Stefan door zijn afwezigheid zo ontzettend aanwezig is. Zelf heb ik mijn verjaardag eigenlijk altijd wel gevierd. Vaak samen met Eline (mijn dochter) omdat we minder dan een week na elkaar jarig zijn. Je moet vieren wat er te vieren valt. Dit jaar had ik er geen puf voor. Des te moediger vind ik het van Eline dat zij wel een feestje georganiseerd heeft. Ze vertelde dat ze er eigenlijk van te voren geen zin in had en ook getwijfeld heeft om wel of niet iets te doen, maar uiteindelijk was het een heel leuk en gezellig feest. Met een speciaal moment voor Stefan, om te bedenken dat hij er niet bij was, om te bedenken dat hij zeker had gewild dat er een goed feest gehouden zou worden en het niet om hem zou worden overgeslagen. Ik ben trots op mijn dochter. Dat ze zo haar best doet om dapper door te gaan, terwijl ze soms ook niet weet hoe dat moet. Hoe ze aan het zoeken is hoe ze om moet gaan met het verlies van haar broer. De worsteling met de buitenkant waar vaak niets te zien is en de binnenkant die huilt en rouwt. Het moeilijkste vind ik dat ik haar niet kan helpen. Niet echt. Ik kan er voor haar zijn, maar ik kan het niet lichter of makkelijker maken. De kus en aai van vroeger waarmee de pijn eenvoudig verdween bieden nu hoogstens iets van tijdelijke troost. Een ieder heeft zijn eigen rouwproces, een eigen manier om daarmee om te gaan, een eigen tempo. We zijn allemaal anders. Maar we herkennen in elkaar het verdriet. Ik zou graag meer doen, maar misschien is dat wel genoeg.
Meer posts