Heen en weer
Pauline@rouwig.nl

Mijn rouwcoach kan dat goed uitleggen: in de rouw switch je voortdurend tussen twee werelden of zijnstoestanden heen en weer. Aan de donkere kant van verdriet, gemis en wanhoop waar je als vanzelf naartoe gezogen wordt, is het slecht toeven. Je kunt daar niet goed nadenken, bent alleen maar ongelukkig, je wilt daar niet zijn. En dus spring je naar de lichte kant. Daar waar de zon schijnt, perspectief is en je de wereld positief tegemoet kunt treden. Maar ook daar kun je niet zijn; het past niet, werkt niet, je voelt je niet op je plek, het is té licht. En dus ga je weer terug naar de donkere kant. Zo word je heen en weer getrokken door krachten waar je zeker in het begin weinig grip op hebt. Je bent in geen van de twee werelden op je plaats, weet niet waar je heen moet, weet eigenlijk ook niet waar je bent of waar je heen gaat.
Langzamerhand begint het voor mij duidelijker te worden dat er inderdaad twee werelden zijn. En dat ik iets meer sturing kan geven aan de richting waar ik naar toe ga. Het wordt makkelijker om in het licht te gaan staan, hoewel ik even zo snel weer terugschiet naar de duisternis. Ik ben me dan in ieder geval bewust van wat er gebeurt en weet ondertussen ook dat ik niet in het donker blijf hangen, dat ik weer over die sombere gedachten heen kom, dat de enorme neerslachtigheid weer minder wordt. Tegelijkertijd zal er in het licht altijd -al is het op de achtergrond- een schaduw zijn. Het leven heeft een rouwrandje gekregen en dat is de ene keer beter voelbaar dan de andere keer. Het hoort er nu ‘gewoon’ bij.
Dit past bij het duale procesmodel omgaan met verlies waarvan de theorie is dat je heen en weer geslingerd wordt tussen verlies- en herstelgericht omgaan met rouw. Als je meer wilt lezen zie (onder andere) http://www.daanwesterink.nl/rouwen/










